3 BIM-tools voor een succesvol BIM-proces in landschapsarchitectuur

Een vlot BIM-proces vraagt om een grondige voorbereiding en de juiste tools. In Vectorworks Landschap vind je daarom drie BIM-tools om jou op weg te helpen. We zetten ze voor je op een rijtje.

Om een Building Information Model of BIM-model op te zetten ga je niet over één nacht ijs. Het vraagt tijd en aandacht om BIM te implementeren in je bureau. Met de volgende drie tools in Vectorworks maak je het meteen een stuk makkelijker.

1. De landschapszVectorworksone

Deze BIM-tool heeft twee belangrijke functies, namelijk het bepalen van de grondbedekking en het creëren van plantenmassa’s. In een datagedreven BIM-wereld is het gereedschap ‘Landschapszone’ van cruciaal belang. Vanaf het begin van je project kan je onverharde en halfverharde zones creëren met specifieke materialen en hun diktes om volumes af te leiden. Zowel de oppervlakte als de geprojecteerde oppervlakte zijn beschikbaar.

Landschapszones zijn parametrische objecten waarvan de parameters gespecificeerd worden in het dialoogvenster van het gereedschap Landschapszone. Die landschapszones kan je zo instellen dat ze automatisch mee de glooiing volgen van het oppervlak van het terreinmodel.

2. Het verhardingsgereedschap

Het verhardingsgereedschap lijkt in veel opzichten op het gereedschap Landschapszone, behalve dat het verharde oppervlakken behandelt zoals bestrating en trottoirs. Verhardingsobjecten zijn parametrisch en laten toe dat je zowel de vullings- als boordcomponenten kan definiëren met materialen. Je kan ook legverbanden toekennen aan de vullingscomponent.

Verhardingen kan je op specifieke hoogte plaatsen en je kan hellingwaarden toewijzen voor de afwatering. Wil je het verhardingsoppervlak nog verder verfijnen, kan je met oppervlaktebewerkingsobjecten specifieke hoogtes en hellingen binnen het oppervlak van een verharding instellen.

3. Het plantengereedschap

Het plantengereedschap gebruik je om alles weer te geven, van grote groepen onderbeplanting tot individuele bomen. Planten in Vectorworks Landschap zijn slimme objecten die informatie bevatten zoals hun Latijnse naam en gebruikelijke naam, de vorm en grootte van de wortelkluit, de winterhardheidszone, het waterverbruik, de bloeitijd en -kleur en de vereisten voor zonlicht.

Ook planten zijn parametrische objecten. Je kan de parameters zoals hoogte, spreiding, afstand, rijafstand en kluitgrootte en -vorm aanpassen. Er zijn verschillende manieren om planten in je ontwerp te plaatsen, afhankelijk van je behoeften. Je kan ze individueel plaatsen, langs een polylijn, met gespecificeerde tussenruimte, of volgens rechthoekig of driehoekig plantverband.

Planten in Vectorworks gebruiken beeldobjecten of hebben een gedefinieerde 3D-geometrie met opties om de wortelkluit en het plantgat weer te geven. Die reageren op parametrische veranderingen, zodat je de vorm kan aanpassen om het gewenste visuele effect te bereiken.

Alles samenbrengen met BIM

Met bovenstaande gereedschappen kan je je ontwerp laten evolueren naarmate het project vordert. De tools bevatten heel veel details en je kan gecoördineerde aanpassingen maken wanneer materialen veranderen. Dat is een stuk efficiënter bij het opmaken van presentaties of bestandsuitwisselingen.

Omdat je op deze manier parametrisch ontwerpt, komt de uitvoeringsdocumentatie rechtstreeks uit het model. Alle geometrie die met deze tools wordt gemaakt, wordt automatisch getagd voor IFC, dus je bent perfect voorbereid om samen te werken in het BIM-proces.

Meer bijleren over BIM-processen en workflows in Vectorworks Landschap? Lees meer op de blog van Design Express, dé distributeur van Vectorworks in Nederland.