In Leeuwarden wordt het gemeentehuis gerenoveerd. De historische bebouwing is sinds de bouw minimaal opgeknapt en voldoet niet meer aan de wensen van deze tijd. Gemeente Leeuwarden heeft hierbij wel een nadrukkelijke wens. Zij gaat voor maximaal circulair.
Het gemeentehuis van Leeuwarden is verdeeld over een kleinschalige, historische bebouwing. In het boogvormige gebouw aan de westzijde bevindt zich het bestuursgebouw met op de begane grond de belangrijkste baliefuncties. Dit gebouw is met bruggen verbonden aan het oostelijk gelegen carré-vormige kantorenblok, waarvan de eerste verdieping als eerste werd verbouwd.
Om optimaal te voldoen aan de grote wens van gemeente Leeuwarden – een maximaal circulaire aanpak – bereidde Lont zich intensief voor op het renovatieproject. In samenwerking met opdrachtgever en partners inventariseerde zij de herbruikbare materialen in het gemeentehuis. “Dat bleken er behoorlijk veel te zijn”, merkt Jorrit van der Veen, projectleider van Lont, op. “Het isolatiemateriaal van de binnenwanden is gedemonteerd en teruggeplaatst. De binnendeuren en kozijnen zijn opgeknapt en hergebruikt en de gipsen binnenwanden zijn opnieuw gebruikt.”
Regelmatig vroeg de circulaire aanpak extra tijd en aandacht. “Het was goed dat het hergebruik in de voorbereidende fase uitgebreid was besproken. Dit zorgde voor draagkracht op de werkvloer en doorzettingsvermogen als het tegenzat.” Tegelijkertijd zorgde het voor passie en motivatie. “Ten tijde van de uitvraag waren we bij een ander project bezig, waar we systeemplafonds konden oogsten, die anders in de container waren beland. We hebben tweedehands tapijttegels, een oude sporthalvloer en houten gevelbekleding op de kop kunnen tikken. Dit zette iedereen aan het denken. Het gevoel van ‘Waar beginnen we aan?’ veranderde in ‘Wat zit er nog veel waarde in!’”
Rijst natuurlijk wel de vraag of de gerecyclede materialen het kantoorpand een nieuw en eigentijds elan kunnen geven. Waren deze ook op esthetische gebied klaar voor hun tweede leven? “Alle geoogste materialen zijn gereinigd, opgeknapt of geschilderd”, vertelt Van der Veen hierover. “Daarna verkeerden ze weer in een zo goed mogelijke staat. Bij de tapijttegels is ervoor gekozen om de kleuren door elkaar te gebruiken. Zo werd zichtbaar dat de tegels werden hergebruikt, terwijl de imperfectie juist zorgde voor een artistiek geheel. We werden er ook zelf steeds beter in. Zo hebben we een partij sloophout aangekocht, waarmee we alle benodigde nieuwe binnenkozijnen hebben gemaakt. Deze zijn gemonteerd met behoud van spijkergaten en beschadigingen.”
Om van de medewerkers van het gemeentehuis maximaal begrip te krijgen voor de overlast – ‘Helaas, dat kunnen we niet voorkomen’ – stelde Lont hen zo goed mogelijk op de hoogte van de werkzaamheden. Dit gebeurde onder andere door een rondleiding over de bouwplaats, zodat iedereen met eigen ogen kon zien wat er al was gebeurd. “De reacties waren zonder uitzondering enthousiast.”