Normaal gesproken bestaat zo’n buitendienststelling uit het graven van een gat, het inschuiven van een tunnel en het weer dichtmaken. Dit keer lag de situatie ingewikkelder: de A10 werd in twee faseringen geknipt, oost en west, met aanvullende activiteiten zoals het uitvoeren van grondverbetering, het aanleggen van overgangsconstructies, het aanbrengen van EPS en het aanbrengen en egaliseren van de onderbaan voor het asfalt. Aan het woord is Stefan Albers, technisch directeur bij Bonneveld. “De grondverbetering bleek noodzakelijk omdat onder de ophooglaag vanaf NAP vervuilingen en onvoldoende draagkrachtige grond aanwezig waren”, vertelt hij. Werken onder saneringscondities en het bijsturen van een toch al strakke planning maakten het project extra uitdagend. “Wat je eruit haalt, moet je ook weer terugbrengen”, vertelt uitvoerder Timo van Wegen. “We hebben meer kuubs verzet dan voorzien, dichter bij de grondwaterstand gewerkt en drainages aangelegd. De bemaling lag weliswaar bij de opdrachtgever, maar wij brachten de drainage aan en moesten zorgen dat de basis weer stabiel werd.”

Ook na de heropening van de A10 ging het werk direct verder. In het middengebied werden sporen uitgebroken zodat er ruimte kwam voor palen en landhoofden. Hierop kon de aannemer de dekconstructies inschuiven. “Het was echt werken op een postzegel”, aldus Van Wegen. “Er was nul ruimte voor uitloop of verrassingen, dus communicatie was cruciaal om de planning te halen.” Albers vult aan: “Het scheelt enorm dat we steeds met dezelfde onderaannemers werken. Iedereen kent elkaar en weet wat er van ze verwacht wordt. Ook vanuit de opdrachtgever en ons projectteam zijn de aanspreekpunten al vanaf het begin van het project hetzelfde, waardoor de lijnen kort zijn.”
Naast het ‘afgesproken’ werk tijdens de buitendienststelling voerde Bonneveld ook nog aanvullende werkzaamheden uit op station Amsterdam Zuid, onder regie van de bouwcombinatie. Ondertussen ging ook de bouw van de Brittenpassage door en werd daarvoor ruim 30.000 kuub grond onder de snelweg uitgegraven. Als we vragen naar de grootste uitdaging op dit project, klinkt het unaniem: “De locatie. De Zuidas is een druk knooppunt met beperkte ruimte en een hoge zichtbaarheid. Je zit midden in de stad, met drukke aanrijroutes, BLVC-plannen en reizigers die het station blijven gebruiken”, zegt Albers. “Dat vraagt om precisie en flexibiliteit.”
Bonneveld heeft de mensen en machines in huis om dit soort complexe projecten tot een succes te maken. “Of het nu onder een spoor of een snelweg is, met of zonder verontreinigingen: onze expertise ligt precies daar”, benadrukt Albers. “Op dit project moesten we tot wel 900 kuub per uur verzetten met vijf rupskranen die dag en nacht draaiden. Dankzij ons uitgebreide en gemotiveerde personeelsbestand kunnen we dat tegenwoordig perfect invullen.” Begin volgend jaar staat er opnieuw een dekinschuiving gepland, volgens hetzelfde principe. Voor Bonneveld betekent dat: opnieuw strak plannen, zorgvuldig samenwerken en met volle kracht vooruit.