Slangen+Koenis Architecten heeft zich door de jaren heen ontwikkeld tot een specialist op het gebied van publieksvoorzieningen en zwem- en sportaccommodaties. In navolging van bijvoorbeeld de omvorming van zwembad de Tongelreep in Eindhoven en de nieuwbouw van sportcomplex Sportwaard in Zaltbommel was het architectenbureau betrokken bij het ontwerp en de realisatie van sportcentrum de Terp in Wieringerwerf, dat op 27 september feestelijk is geopend.
Slangen+Koenis Architecten werd betrokken door Stichting Sport en Welzijn Wieringermeer (SSWW), dat in haar Programma van Eisen alle sportfuncties en hun ideale ruimte-afmetingen had geformuleerd. “Op basis van deze informatie én de bijzondere locatie zijn wij aan de slag gegaan”, vertelt architect Sander Laheij. “Het sportcentrum biedt ruimte aan een sporthal, dojo, fitnessruimte, multifunctionele danszaal en vijfbaans zwembad met beweegbare bodem. Bovendien is ruimte gecreëerd voor horeca en vergaderfaciliteiten.” Het sportcentrum maakt onderdeel uit van Campus de Terp in Wieringerwerf, waar in 1927 een terp werd gebouwd als mogelijke vluchtplek bij dijkdoorbraken. In 1945 werd de dijk opgeblazen door de Duitse bezetter, als onderdeel van een inundatiestrategie. Een deel van de mensen vluchtte de terp op en toen eind 1945 de polder weer droogviel, kon begonnen worden aan de wederopbouw van Wieringerwerf. “Nog altijd is de terp een karakteristiek en beeldbepalend element in het landschap van de polder en het dorp. Het was daarom heel bijzonder om dit project in en op deze terp te kunnen realiseren. In ons ontwerp is de terp nog altijd leesbaar als landschapsverhoging.”
“Sportcentrum de Terp is het eerste gebouw op de sportcampus”, benadrukt Laheij. “In ons ontwerp hebben wij het hoogteverschil van de terp gebruikt om het gebouw op twee hoogtes te zetten. Het zwembad is op het maaiveld geplaatst, waardoor de perrons en kleedkamers van het zwembad op de eerste verdieping kwamen. Het deels afgraven van de terp was hiervoor voldoende.” Ook de horecavoorzieningen zijn op de eerste verdieping ondergebracht, terwijl de sporthal juist op de begane grond is gehouden, vertelt hij. “Hier bevindt zich bovendien een groot entreeplein. Het interne programma is zo goed mogelijk afgestemd, waarbij alle sporten én sporters zijn verbonden. Hierdoor wordt ontmoeting gestimuleerd.” Als voorbeeld noemt hij de horeca en bijbehorend terras, die goed zicht bieden op de buitensportactiviteiten. “Ook kun je vanaf hier het zwembad in kijken.”
Een belangrijk architectonisch kenmerk is de positionering op de terp. “De verkaveling van de Wieringermeerpolder is heel noord/zuid gericht”, vertelt Laheij. “Precies ter plaats van de Wieringerwerf zit een verdraaiing in deze lijn. Ons gebouw heeft diezelfde draaiing gekregen. Hierdoor konden we een stukje van de terp uitsnijden ten gunste van het voorplein. Als je aan komt lopen, vind je aan beide zijden een keerwand die de terp heel duidelijk en strak afbakent. Hierdoor is het hoogteverschil nóg duidelijker zichtbaar. Bezoekers lopen echt de terp in om het sportcentrum te betreden.” Ook een groot deel van het gebouw bevindt zich in de terp, zoals de sporthal en bijbehorende kleedruimtes. “Alle ruimtes zijn vormgegeven als blokken die ten opzichte van elkaar verspringen.”
De gevels van het sportcentrum zijn uitgevoerd in een vriendelijke grijsgroene kleur. “Om de diverse functies zichtbaar te maken, heeft ieder blok zijn eigen tint gekregen”, vertelt Laheij. “Een toegevoegde schil om het sportcentrum geeft het gebouw bovendien een extra laag én zorgt voor een stevige balans met het omliggende landschapsvolume.” De toegevoegde schil bestaat uit een stevig frame in okergeel en een bekleding van wit geperforeerd strekmetaal. “Dankzij verschillende maaswijdtes – en daarmee verschillende transparanties – blijven de lagen erachter op subtiele wijze zichtbaar. Tussen de zogenaamde ‘tweede huidgevel’ en de bouwblokken zijn groene patio’s ingericht.”
Het zwembad heeft een basis gekregen van grijsgroene tegels op de vloeren en wanden, aangevuld met een houten afwerking op het plafond en een deel van de wanden. “Door het kleedgebied een donkerblauwe kleur te geven is deze vanuit diverse hoeken in het sportcentrum te herkennen”, aldus Laheij. “Voor de sporthal is gekozen voor warm hout in combinatie met witte elementen en een beige vilt. Dit materiaal heeft niet alleen een vriendelijke uitstraling, maar voorziet ook in een uitstekende akoestiek. Als eyecatcher is hier een reeks van frisse en krachtige kleurtinten in rood, roze en oranje toegevoegd waardoor het gebouw ook van buitenaf een bijzondere dynamiek krijgt.”