Van stal tot strategiehub

Nieuw leven voor voormalige stallen Amstelbrouwerij

Met de herbestemming van de voormalige Amstelstallen wordt een verborgen parel in Amsterdam nieuw leven ingeblazen. Tussen de zomer van 2024 en april 2025 zijn de voormalige stallen van de historische Amstelbrouwerij getransformeerd tot een moderne en comfortabele werkomgeving voor AI-consultancybureau Rewire. Uiteraard mét behoud van het historische karakter. Architectenbureau up architecture maakte het ontwerp voor het nieuwe kantoor, waarin nieuwe verbindingen, een diversiteit aan werkplekken, een ingetogen interieur, natuurlijke materialen en rijk gebruik van groen het werkgenot én de identiteit van Rewire versterken. Waar in 1912 nog de paarden op stal stonden, wordt nu gewerkt aan de AI-oplossingen voor de toekomst.

In 1912 ontwierp Abraham Salm – bekend van onder andere het ARTIS-Aquarium en de Keizersgrachtkerk – de stallen voor de Amstelbrouwerij, in een tijd dat de biervaten nog met paard en wagen werden vervoerd. “Het gebouw bestond uit drie separate stallen, een hooizolder, een haverhok en een dienstwoning op de kop van het gebouw”, vertelt Anne Boonstra, architect en eigenaar van up architecture. “Al gauw echter werden de paarden vervangen door gemotoriseerd vervoer. Toen Amstel in 1980 fuseerde met Heineken, verloren de stallen zelfs helemaal hun functie. Nieuwe bestemmingen als drukkerij, fietsenmaker en bedrijfsverzamelgebouw volgden, waarbij de structuur van de paardenstallen altijd behouden is gebleven.” up architecture won de pitch voor de verbouwing en herbestemming van deze stallen, waarin verbinding en verwondering centraal staan.

Ontmoeting en interactie

“In het gebouw ontbrak een goede verbinding tussen de begane grond en eerste etage. Maar ook tussen de originele stallen”, vertelt Boonstra. “Het gebouw was zeer gecompartimenteerd. In ons ontwerp hebben wij deze compartimenten respectvol doorbroken.
Rewire is een groeiend bedrijf met circa 130 medewerkers. Om toevallige ontmoeting en interactie tussen de medewerkers te stimuleren, hebben wij de entree naar het hart van het gebouw en het midden van de voorgevel gebracht. Direct achter deze entree is bovendien een vide gemaakt, die de begane grond en eerste verdieping verbindt. Ook zijn openingen gemaakt tussen de verschillende stallen, waarbij de hoogte van de openingen harmonieert met de nieuwe openingen in de buitengevel.”

Bruikbaar en karaktervol

De Amstelstallen liggen op een specifieke plek in de stad, met aan de voorzijde de dynamiek van de Mauritskade en aan de achterzijde de rust van het groene Oosterpark, vertelt Boonstra. “Met onze casco aanpassingen hebben wij ervoor gezorgd dat medewerkers deze diversiteit ook kunnen ervaren in het interieur. Maar ook dat zij intuïtief en op elk moment van de dag kunnen kiezen tussen een dynamische en inspirerende werkplek aan de stadszijde of juist een concentratiewerkplek aan de parkzijde. Hiermee is het gebouw heel bruikbaar geworden. Maar ook heel karaktervol en logisch, alsof het altijd zo is geweest.”

Ingetogen interieur

Het allerbelangrijkst zijn de casco aanpassingen, meent hij. “Onze ambitie was om een ingetogen interieur te maken, waardoor de identiteit en het karakter van de Amstelstallen heel duidelijk naar voren komen.” Als voorbeeld noemt hij de vide, waarvoor een gat in de betonnen verdiepingsvloer is gezaagd. “Hierdoor ontstaat een mooi contrast tussen het metselwerk van de begane grond, de gietijzeren draagkolommen en de mooie houten kapconstructie van de voormalige hooizolder.” 

Schatten uit het verleden

Om het werkcomfort te verhogen en te voldoen aan de Paris Proof doelstellingen, zijn alle gevels aan de binnenzijde geïsoleerd. “Het dak is juist aan de buitenzijde geïsoleerd, zodat de mooie houten kapconstructie zichtbaar blijft”, aldus Boonstra. “En ook de ‘littekens’ in de scheidingswanden tussen de stallen zijn behouden, wat tevens geldt voor de oude drinkbakken in de muur en de ringen in de gietijzeren pilaren waar ooit de paarden met hun teugels aan werden vastgebonden. Wij hebben al deze schatten uit het verleden wit geschilderd, waardoor zij nog altijd leesbaar zijn in het interieur, maar zonder te overheersen.” 

Voor de nieuwe toevoegingen zijn materialen gekozen die dichtbij het pand staan, zoals houten vloeren en een centrale verbindingstrap van onbehandeld staal. Ook zijn subtiele kleuren toegevoegd, in de vorm van grijze tapijten op de begane grond en akoestische panelen, die zowel in kleur als structuur aansluiten bij de bestaande wanden. “Op de eerste verdiepingen is juist gekozen voor een colorblock-effect met grijsgroene tinten aan de kant van het Oosterpark en stimulerend rood, oranje en roze aan de stadszijde.”

Groen als leidend thema

“Aan de achterzijde bevindt zich tevens een uitbouw, waarin een vloer van gerecyclede bakstenen is gelegd”, vertelt Boonstra. “De roodachtige bakstenen sluiten heel mooi aan bij het metselwerk van de buitenzijde, wat tevens geldt voor de terracotta afwerking. Dankzij de rijke toevoeging van groen kan de natuurlijke schoonheid van het Oosterpark ook inpandig beleefd worden.” Ook elders in het gebouw is groen een leidend thema, vertelt hij. “Zo is genereus groen toegepast op de groenwand in het bedrijfsrestaurant, tussen de werkplekken en rond de stalen trap, waardoor de verticaliteit wordt benadrukt.” Uniek is bovendien het gebruik van spiegels rond de stalen trap en belcel, waardoor historie en AI op bijzondere wijze samenkomen én steeds opnieuw verwonderen.