Museum De Lakenhal in Leiden werd gerenoveerd en uitgebreid. De klassieke museumuitstraling werd vermengd met eigenwijze, eigentijdse elementen. Het palet van uiteenlopende bouwstijlen vormt nu een geheel waarin de bouwstijlen elkaar juist in de schijnwerpers zetten, versterken en accentueren. Het motto? ‘Eenheid in verscheidenheid’.
Het 17e-eeuwse stadspaleis de Laecken-Halle, de Achterplaets en het centrale binnenplein werden volledig gerenoveerd. In de lakenhal werd de originele H-vormige plattegrond weer zichtbaar gemaakt. Zo ontstond een open oriëntatieruimte die de bezoeker nu toegang geeft tot de vier afzonderlijke bouwdelen van het museum. Bijzondere aandacht werd besteed aan de entree. Deze is nu uitnodigend voor een 21e-eeuws publiek.
Het museum kreeg er een nieuwe vleugel bij met twee extra tentoonstellingszalen. Aan de achterzijde van het Lakenhal-gebouw – aan het Lammermarktplein – werd een nieuwe, hypermoderne gevel opgetrokken. De betonnen schaaldakenplafonds van de nieuwe tentoonstellingszalen werden al in de ruwbouwfase aangebracht. Dit zorgde zowel op communicatief als bouwtechnisch gebied voor grote uitdagingen.
De publieke functie en monumentale staat van het museum zorgden voor een groot aantal betrokken partijen. Erfgoed Leiden, RCE, nieuwbouw- en restauratiearchitecten, het bestuur van het museum en de gemeente Leiden dachten mee bij elke beslissing die werd genomen over de restauratie en uitbreiding van De Lakenhal. “Dat maakte de besluitvormingsprocessen erg intensief”, vertelt Jan Holleman, projectleider van Bouwcombinatie Nieuwe Laecken. “Voor het voegwerk in de voorgevel hebben we niet minder dan zeventien voegmonsters aangeleverd. Om de juiste bewerking te vinden voor het natuursteen in de voorgevel werden eerst de oude verflagen verwijderd om vervolgens de nieuwe afwerklagen uit te proberen. Beide beslissingsprocessen hebben maanden in beslag genomen.”
Het vervangen van de zinken daken van de schilderijenzalen (Harteveltzaal en Papevleugel) was specialistenwerk. Omdat de werkzaamheden, boven de bestaande schilderijenzalen, in de winter werden uitgevoerd, werd over de bestaande daken een waterdichte overkapping gemaakt van steigermateriaal. Daarna werden het oude zinkwerk en de lichtstraten verwijderd en werden de daken voorzien van nieuwe lichtstraten en zinken roevendaken.
Voor het metselwerk in de nieuwe gevel aan de Lammermarkt werd gekozen voor een grote variëteit in vormstenen.
Niet minder uitdagend waren de plafonds van de twee nieuwe tentoonstellingszalen. “Deze zijn opgebouwd uit kolossale prefab betonelementen van 3 x 12 x 2 m”, vertelt Holleman. “De elementen kregen een constructieve functie en waren dus stevig gevuld met wapening. Met een vierhonderdtonskraan zijn de 30 ton wegende betonelementen voorzichtig op de zalen gemanoeuvreerd. Een behoorlijk spannende operatie.”
Voor het metselwerk in de nieuwe gevel aan de Lammermarkt werd gekozen voor een grote variëteit in vormstenen. Omdat de keuze was gevallen op Deense bakstenen, reisde de architect meerdere keren naar Denemarken om de juiste kleur te selecteren. Ook het verwerken van de stenen was allesbehalve gemakkelijk. De steensoort, erkers en lampetten vereisten echt vakmanswerk.
Toch waren alle inspanningen de moeite waard, vindt Holleman. Als hij nu door de gangen van het nieuwe museum loopt, wordt exact duidelijk wat de bedoeling was. Oud en nieuw ontmoeten elkaar, maar altijd in harmonie. De glazen overkapping in de binnenplaats vormt een prachtig verbindingsstuk en de robuustheid van het nieuwbouwgedeelte – hoe groot en massief ook – vloeit moeiteloos over in het geheel. Sinds juni 2019 is het museum weer open voor publiek.