Het Veem: van werken naar wonen

Derde leven voor voormalig graanpakhuis en UWV-kantoor

In november 2024 namen de bewoners hun langverwachte intrek in Het Veem in Hengelo. Na zeven jaar leegstand heeft het voormalige graanpakhuis en UWV-kantoor aan de Prinses Beatrixstraat een nieuw leven gekregen als woongebouw met 93 duurzame tweekamerappartementen, waarvan achttien maisonnettewoningen. Ook is circa zeshonderd vierkante meter commerciële ruimte gerealiseerd. In opdracht van Hinke Fongers Beheer heeft FiMek estate het plan voor de transformatie ontwikkeld. Bovendien was de vastgoedontwikkelaar verantwoordelijk voor de aanbesteding, vergunningsaanvragen en aansturing van alle bouwpartners, het stakeholdersmanagement, de afstemmingsoverleggen met gemeente en omwonenden en de directievoering.

FiMek estate (her)ontwikkelt multifunctioneel binnenstedelijk vastgoed op het gebied van wonen, werken en winkelen. “Ons vakgebied omvat zowel nieuwbouw, renovaties als herontwikkelingen en transformaties”, vertelt Han Fijen, directeur/eigenaar van FiMek estate. “Ruim vier jaar geleden kwamen wij in contact met Hinke Fongers Beheer, dat een goede bestemming zocht voor Het Veem. In 1900 gebouwd als pakhuis en later de thuisbasis van het UWV, was dit gebouw vele Hengeloërs inmiddels een doorn in het oog. Het pand stond al geruime tijd leeg en nieuwe huurders bleven uit.
Welke herontwikkelingskansen lagen hier?”

Wonen als uitgangspunt

“Slopen en nieuw bouwen is in veel gevallen de gemakkelijkste weg”, erkent Fijen. “In het kader van duurzaamheid en circulariteit echter kunnen we niet meer om herontwikkeling en transformatie heen. Daarom hebben we éérst de mogelijkheden voor herbestemming onderzocht, waarbij wonen het meest voor de hand lag.” Zowel de bestaande structuur als locatie van Het Veem leenden zich bij uitstek voor herbestemming tot woongebouw, vertelt hij. “Voorwaarde was wel dat de schil, indeling én installaties werden aangepast, conform de eisen van de Bbl. Bijvoorbeeld met betrekking tot wooncomfort, thermische en akoestische isolatie. In samenwerking met Bloot Architecture hebben wij hier heel mooi invulling aan kunnen geven.”

Knipoog naar weleer

Vanwege de ligging aan het spoor is gewerkt met dove gevels, vertelt Fijen. “Aan de spoorzijde zijn bijvoorbeeld geluidwerende gevelschermen, balkonbeglazingen en volglazen borstweringen toegepast. Bovendien is extra geluidsisolatie toegepast in de gevels zelf en tussen de diverse wooneenheden. Het merendeel van de woningen is voorzien van een buitenruimte, in de vorm van een loggia, dakterras of tuin. In combinatie met de grote ramen krijgt het gebouw duidelijk de uitstraling van een woongebouw, terwijl de horizontale geleding en betonbanden knipogen naar de tijd van weleer.”

Terug naar de basis

Tijdens de herbestemming is Het Veem tot op het betonskelet gestript. “Het gebouw is teruggebracht naar een betonconstructie met kolommen, vrije betonnen vloervelden en diverse stijve betonkernen, die nu dienst doen als trappenhuis of lift”, vertelt Fijen. “Vervolgens is een nieuw betonnen framework over het gebouw heen getrokken, waarbinnen de individuele woningen zijn ingepast. Een extra stijgpunt zorgt hierbij voor een goede ontsluiting van alle woningen.” De begane grond is in tweeën gesplitst, met aan de westzijde een commerciële functie met grote glazen plinten en aan de oostzijde de achttien maisonnettewoningen.

Alle woningen verhuurd

Enkele maanden na de oplevering, kijkt Fijen met trots terug op de herbestemming, uitstraling én het type woningen in Het Veem. “Een project is pas succesvol, wanneer het gros van de woningen bij oplevering is verhuurd”, vertelt hij. “Met Het Veem zijn we hier met vlag en wimpel in geslaagd. We hebben zowel sociale als middenhuurwoningen gerealiseerd, waarmee we duidelijk in een behoefte voorzien. Bij oplevering waren alle woningen verhuurd! Bijzonder is bovendien dat we dit project in slechts vier jaar tijd gerealiseerd hebben – vanaf het eerste initiatief tot en met de oplevering. De voortvarende houding van Hinke Fongers Beheer, de gemeente Hengelo én alle bouwpartners heeft hier zeker aan bijgedragen.”