Sinds 2018 wordt in Apeldoorn hard gewerkt aan de uitbreiding en restauratie van Paleis Het Loo. Waar uitgravingen en groot bouwmaterieel in de afgelopen periode voor wanorde zorgden, lijkt nu het oorspronkelijke beeld zich te herstellen. Maar schijn bedriegt.
Er lag een duidelijk wensenpakket. Paleis Het Loo in Apeldoorn moest worden gerestaureerd en uitgebreid. Er moest meer ruimte komen voor exposities en publieksfaciliteiten. Voor de uitbreiding was er ook al een idee. Deze zou wellicht ondergronds kunnen plaatsvinden? “En dan ga je een wedstrijdje spelen”, vertelt Dikkie Scipio, architect van KAAN Architecten en tevens winnende partij.
Via de beide hoekpaviljoens daalt de bezoeker straks af naar de nieuwe benedenverdieping. Hier komen de trappen samen op een bordes, dat tegelijkertijd de entree vormt van een immense foyer.
“Het idee voor een ondergrondse uitbreiding sprak aan”, vertelt Scipio, “maar het bracht ook vragen met zich mee. Waar moest deze komen? Moesten we een stuk tuin of een stuk gebouw opofferen? Wat was technisch mogelijk? En de lastigste vraag: waar moest de toegang naar het ondergrondse gedeelte komen?” Diepgaande research naar het historisch ontwerp bracht stap voor stap de antwoorden. De Bassecour (het voorplein) met de vier grasmatten was de aangewezen plek voor de ondergrondse uitbreiding. Deze ingreep paste naadloos in het oorspronkelijke ontwerp, voegde een nieuw element toe aan de reeks bestaande waterwerken en bracht de grandeur die past bij een toonaangevend museum.
De Bassecour (het voorplein) met de vier grasmatten was de aangewezen plek voor de ondergrondse uitbreiding. (Beeld:Sebastian van Damme)
De ontgraving en wederopbouw heeft inmiddels plaatsgevonden. Via de beide hoekpaviljoens daalt de bezoeker straks af naar de nieuwe benedenverdieping. Hier komen de trappen samen op een bordes, dat tegelijkertijd de entree vormt van een immense foyer. Via vlakke lichtkoepels valt hier volop natuurlijk licht naar binnen, in beweging gebracht door de waterpartijen die daarboven het oorspronkelijke ontwerp in ere houden, maar nu groots en spectaculair. Scipio: “Een marmeren pastille in het midden vormt straks de basis van een fontein die de letters W en M laat zien, de eerste letters van Willem III en
Mary Stuart. Dezelfde letters zouden nu zomaar kunnen verwijzen naar Willem-Alexander en Máxima.”
De omgevende vleugels – links voor de stallen en rechts voor het personeel – zorgen voor beslotenheid en symmetrie. “Bij de herinrichting van deze vleugels hebben we gezocht naar een logische routing in het gebouw, zowel voor het publiek als voor de beheerders van het pand”, vertelt Scipio. “Hiervoor hebben we alle benodigde onderdelen geïnventariseerd en vervolgens opnieuw gepositioneerd. In dit kader wordt het overgrote deel van de vleugels ingericht als tentoonstellingsruimte.”
Er moest meer ruimte komen voor exposities en publieksfaciliteiten.
In het corps de logis worden de restauratie en herinrichting van de ruim 200 kamers geïnspireerd op de oorspronkelijke inrichting van de kamers. “Op dit moment wordt hier onderzoek naar gedaan. Het is de uitdaging om in elke kamer oud en nieuw op een verrassende manier te verbinden. Het één moet in dienst staan van het ander. Daarbij moet het eindresultaat duurzaam zijn, maar ook kwalitatief en trendoverstijgend. We zijn nu aangeland in een aantrekkelijke fase van het project. Ruimtes komen af en laten dan het beeld zien dat je voor ogen had. Dat zijn mooie momenten.”
In 2021 wordt het vernieuwde, verbouwde en verbeterde paleis weer opengesteld voor publiek.