In hartje Rotterdam wordt het oude V&D-pand verbouwd tot AIR. Een mixed-use-gebouw met winkels, horeca, kantoren en een grote publieke fietsenstalling. Ontwikkelaar NEOO en WOMO Architects sloegen de handen ineen, samen met een team van specialisten. Zo ook uitwerkend architect Kraaijvanger, constructeur Van Rossum en interieurarchitect D/DOCK. Arjen Seckel van NEOO en Imola Bérczi van WOMO Architects vertellen over de transformatie.
NEOO kocht het gebouw na het faillissement van Hudsons Bay, samen met Schröders en investeerder Angelo Gordon. Na aankoop werd WOMO Architects betrokken bij dit project dankzij haar eerdere samenwerkingen met de investeerder. De twee bedrijven houden zich, ieder vanuit hun eigen discipline, bezig met de ontwikkeling en toekomst van binnensteden, onder andere door gebouwen een nieuwe bestemming te geven.
AIR is voor architectenbureau WOMO geen unieke klus, vertelt founding partner Bérczi. “Het is een wereldwijde opgave: het omvormen van warenhuizen en shopping malls van één bestemming naar meerdere bestemmingen. Ook in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk werken wij aan dit soort projecten.” Dit herkent Seckel, partner en commercieel ontwikkelaar bij vastgoedontwikkelaar NEOO: “AIR is bijvoorbeeld het grote broertje van House Modernes in Utrecht, waar nu ook retail, horeca en werken samenkomen.”
Er komt heel wat kijken bij de transformatie van een voormalig warenhuis naar een kantoorpand. Bérczi: “Het gebouw was als warenhuis heel gesloten en gericht op de binnenkant. We hebben nu de buitenkant geopend door veel glas toe te voegen. Je wilt de stijl van de wederopbouw behouden en tegelijk vooruitkijken. Daarom hebben we ervoor gekozen om naast veel glas en kozijnen, ook veel groen toe te voegen. Het daklandschap wordt straks begrensd door groene randen en daarmee bevorderen we meteen de biodiversiteit. Ons doel was om met het gebouw de rest van de omgeving te activeren. Het heeft daarom na oplevering geen duidelijke voor- of achterkant meer.”
Toen de transformatie begon, was het nog onduidelijk hoe de toekomst er na de coronapandemie uit zou zien. Seckel: “Werken gaat over elkaar ontmoeten, want mensen komen niet zomaar meer naar kantoor om achter een bureau te zitten. Je moet mensen naar kantoor lokken en het aantrekkelijk maken. Daarom creëerden we hoge plafonds, retail en horeca, en ontmoetingsplekken met koffiebarretjes en zitgelegenheden.” Bérczi voegt toe dat het gebouw ook inzet op twee andere aspecten: gezondheid en veiligheid. Denk aan manieren om mensen te stimuleren om de trap te nemen.
Het transformeren van een warenhuis naar een mixed-use-gebouw is lastig, omdat het gebouw ineens andere doelen krijgt. Zo moeten de enorme vloeren worden opgedeeld om voldoende daglicht in de kantoren te krijgen. “Om dit op te lossen, hebben we een grote vide gecreëerd en in het midden van het gebouw de vloervelden behouden. Hierdoor is een gebouw-in-een-gebouw ontstaan. Een uniek concept dat een enorme dynamiek aan de ruimte geeft. Dit gebouw in het midden is via de vides verbonden met de rest van de vloeren door bruggen van cortenstaal. We kozen voor dit materiaal, omdat het goed bij het Rotterdamse robuuste karakter past”, zegt Seckel. Het gebouw heeft nu meer ramen en op de bovenste verdieping is een panoramadak, waar je mooi over de stad kunt kijken.
Seckel: “We realiseren hier bovendien een kantoor dat zeer duurzaam is. We halen een BREEAM ‘Excellent’-certificaat en voldoen bij oplevering al aan de energiemaatstaven van Parijs 2050.” Bérczi voegt toe: “Door een transformatie als deze kan het gebouw weer 70 tot 100 jaar mee. En we hebben veel materialen gerecycled.” Volgens Bérczi zal AIR een voorbeeld zijn voor soortgelijke transformatieprojecten in steden als Londen of Los Angeles.