Decennialang is er gediscussieerd over woningbouw in de Bloemendalerpolder, ten noorden van stadsgebied Weesp van de gemeente Amsterdam. Sinds 2017 wordt er daadwerkelijk gebouwd en de eerste woningen van Weespersluis, zoals de nieuwe wijk is genoemd, zijn inmiddels opgeleverd en bewoond. Zo’n 1.000 woningen staan er nu, een derde van het totale aantal woningen dat in Weespersluis moet verrijzen.
Met een vooruitziende blik kocht ontwikkelaar Adriaan van Erk Groep in 2000 al de eerste gronden in de Bloemendalerpolder. “Dat was toen nog een risico, omdat niet duidelijk was of er wel of niet mocht worden ontwikkeld”, zegt Bartjan van Haaren, algemeen directeur van de Adriaan van Erk Groep. “Uit het oogpunt van risicospreiding hebben we daarom de samenwerking gezocht met BPD.” Dit consortium is een van de drie consortia met in totaal vijf partijen die actief zijn in Weespersluis.
De Adriaan van Erk Groep is een bouwende ontwikkelaar met een eigen timmerfabriek. Van Haaren: “Wij zijn gewend om te investeren in posities. Als ontwikkelaar willen we het hele proces in de hand houden. De kwaliteit die we op de tekentafel verzinnen, kunnen we tot het einde toe handhaven. We willen een huis ontwerpen en ontwikkelen waarin we zelf graag zouden wonen. Die benadering is de verdienste van onze oud-eigenaar.” Na zijn overlijden is de Adriaan van Erk Groep verkocht aan de Klok Groep uit Nijmegen.
In 2004 werden de eerste gesprekken over woningbouw in de Bloemendalerpolder gevoerd met de gemeenten Weesp en Muiden, waaronder de polder viel, de provincie, het Rijk en het Waterschap. Een eerste masterplan werd opgesteld door stedenbouwkundig bureau Atelier Dutch. Van Haaren: “In 2010 dachten we: we zijn er! Toen kwam er even een kink in de kabel omdat het plan niet haalbaar was, maar in 2012 konden we toch een samenwerkingsovereenkomst sluiten.”
Er werd een werkorganisatie opgezet waarvan Van Haaren de eerste jaren de directeur was. “Toen konden we vooruitgang boeken, de bestemmingsplanprocedure optuigen, de eerste fase uitwerken en een globaal eindplan maken”, geeft Harrie Doebe, commercieel directeur bij Adriaan van Erk Groep, aan. Nadat een deel van het veengebied met een miljoen kubieke meter zand vier meter was opgehoogd, ging de bouw in 2017 van start.
Voor Weespersluis geldt een aantal stedenbouwkundige uitgangspunten waar elke partij zich aan moet houden, maar ook een eigen uitwerking aan kan geven. Van de 330 hectare van Weespersluis mag eenderde worden bebouwd, tweederde is voor groen en water. De wijk krijgt aan de noordkant een directe aansluiting op de A1 en wordt visueel van de snelweg afgeschermd door bosaanplant. Middels een nog te bouwen sluis komt er een vaarverbinding tussen de Vecht en de centrale waterpartij van Weespersluis, de Gouw. In architectonische uitstraling moet de woningbouw aansluiten op het dorpse karakter van Weesp (inmiddels gemeente Amsterdam) en Muiden, zonder hoogbouw en zonder lange straten. Rond de Gouw wordt een recreatieve route aangelegd.
Weespersluis telt drie deelgebieden rond de Gouw: Lanenrijk, Vechtrijk en Waterrijk. “Voor elk deelgebied is een beeldregie met voorwaarden opgesteld. Er is een beeldkwaliteitsplan en een boekwerk met stedenbouwkundige en architectonische richtlijnen. Elke buurt, weer opgedeeld in velden, krijgt een eigen karakter. Het landschap en het water spelen daarbij een belangrijke rol, want het leven buiten de woning is een belangrijk vertrekpunt in de stedenbouwkundige opzet”, vertelt Raimond van Koert, ontwikkelingsmanager bij Adriaan van Erk en samen met Doebe verantwoordelijk voor het ontwikkelen van de deelplannen.
Lanenrijk heeft de sfeer van de jaren ’30, een tuinstad met singels, lanen en hofjes. Je woont in een parkachtige omgeving met het water altijd dichtbij. Van Koert: “De woningen in dit deelgebied worden gebouwd in de Fin de siècle architectuur, een rijk gedecoreerde stijl met erkers, serres, veranda’s, loggia’s en dakoverstekken en een grote variëteit in kleur van bakstenen en kozijnen.”
Vechtrijk wordt meer zoals de vestingstadjes die langs de Vecht te vinden zijn. Hier komen notariswoningen, grachtenpanden, herenhuizen en ruime twee-onder-een-kapwoningen. Van Koert: “Wonen aan een park, aan de kade met zicht op de bootjes of rondom het binnenwater met een verbinding via de sluis naar de Vecht. De mix van rijk gedecoreerde architectuur en een strakke Oudhollandse classicistische stijl zorgt voor een afwisselende en sfeervolle uitstraling.”
Tussen Lanenrijk en Vechtrijk komt het wat stedelijker vormgegeven centrumgebied met een supermarkt, gezondheidscentrum, haventje, winkels, horeca en een strandje aan het water. De architectuur is formeler dan in Lanenrijk en Waterrijk. Een belangrijke inspiratiebron voor Vechtrijk is de architectuurstijl die veel voorkomt in de kernen van Vechtse dorpen, een klassieke Hollandse bouwstijl, die zijn oorsprong vindt in de 17e/18e eeuw.
Waterrijk ligt aan de centrale plas en langs een groene, parkachtige boulevard. Van Koert: “Dit deelgebied is een rijk van eilandjes waarbij landelijk chique en eigentijds wonen met elkaar zijn verbonden. Bootjes, steigers en bruggen zorgen voor een rijke beleving van het water. Alle woningen staan op relatief ruime kavels. Je vindt hier voornamelijk ruime twee-onder-een-kapwoningen en vrijstaande villa’s. De huizen en architectuurstijl zijn geïnspireerd op de typische dorpen langs de Vecht. Niet hetzelfde, maar met een eigentijdse twist. Wij omschrijven de stijl dan ook als ‘Hollands Water’. De architectuurstijl varieert van romantisch met een rietgedekte kap tot
modern en eigentijds.”
In Weespersluis wordt vooral gebouwd in het hogere koopsegment. Van het aanbod moet tien procent ‘bereikbaar’ zijn, een deel van deze woningen komt in de sociale huursector. Doebe: “Onze doelgroep woont onder meer in Amsterdam, waarmee Weespersluis hele goede verbindingen heeft. Wij ontwerpen met heel veel variatie en oog voor detail. Voor elk veld denken we na over een andere architect. Bij Waterrijk is voor elk veld een andere architect gekozen, die het veld binnen de basisprincipes een eigen gezicht kan geven. Per veld zijn er soms wel negentig verschillende woningtypen. We zijn dagelijks bezig met zowel de verkaveling per veld als de typologie, materialisering en detaillering van de woningen. Dat gevarieerde beeld waarderen mensen, de woningen verkopen als het ware zichzelf”, volgens Doebe.
De velden worden in onderling overleg en onder meer op basis van het grondbezit tussen de vijf betrokken ontwikkelaars toegewezen. Van Koert: “Wij hebben circa zestig procent van de grond en krijgen dus in principe circa zestig procent van de kavels toegewezen. Als we een veld toegewezen krijgen, gaan we aan de slag. Dan kijken we kritisch wat er kan binnen het stedenbouwkundig kader en hoe we dat nog kunnen verfijnen. Want je kunt niet voor de ontwikkelingsduur van Weespersluis het ontwerpproces stedenbouwkundig en architectonisch helemaal dichttimmeren. Het ontwerp van een veld is een kwestie van macro- naar microdenken. Wij kijken bijvoorbeeld wat je ervaart als je een veld op komt rijden. Waar komt de woonkamer, waar kun je de buren ontmoeten? Welke metselsteen wordt er gebruikt? Wij zijn wat sturender naar architecten, want wij benaderen een ontwerp vanuit de beleving van de koper.”
Dat de huizenmarkt zich nu in wat lastiger vaarwater bevindt, mag geen belemmering zijn voor de voortgang van het project, stelt Van Haaren. “Wij gaan vol door met het ontwikkelen van de volgende fasen, dat is waarvoor we er zijn. Het resultaat tot nu toe geeft vertrouwen, de verkooppercentages zijn ook het laatste halfjaar uitstekend. Wij geloven in de kansen voor Weespersluis, maar wij zijn een ontwikkelaar en zien ook de risico’s. Indien noodzakelijk kijken wij naar de hoeveelheid woningen waarmee we de markt op gaan. Desnoods wachten we even, want een crisis is tijdelijk, maar wij gaan zeker niet inboeten op de kwaliteit van onze woningen.”