Station Amsterdam Zuid groeit in razend tempo uit tot het tweede vervoersknooppunt van Nederland. Iedere dag maken meer dan 100.000 reizigers gebruik van dit station en de verwachting is dat dit aantal in de komende jaren minstens zal verdubbelen. De huidige stationshal en bestaande voorzieningen kunnen deze enorme reizigersstromen niet meer aan. Het gevolg: overvolle perrons, opstoppingen bij trappen en roltrappen en een drukke stationshal waar reizigers elkaar voortdurend kruisen. Om dit probleem op te lossen, wordt in het kader van het programma Zuidasdok gewerkt aan een grootschalige vernieuwing en uitbreiding van het station.
Het programma Zuidasdok is meer dan tien jaar geleden opgestart en bestaat uit meerdere deelprojecten. Centraal staan de vernieuwing van station Amsterdam Zuid, de aanleg van twee snelwegtunnels in de A10 Zuid en de aanpassing van de knooppunten Nieuwe Meer en Amstel. Waar dit ooit als één groot project was aanbesteed, bleek dit in de praktijk te groot én te complex. Na een moeizame start en het afscheid van de eerste aannemerscombinatie is gekozen om het werk op te delen in losse onderdelen. Voor het OVT-gedeelte is in 2021 de bouwcombinatie Nieuw-Zuid aangetrokken, die sindsdien verantwoordelijk is voor de uitvoering.
Station Amsterdam Zuid kampt al langere tijd met capaciteitsproblemen. Perrons en trappen zijn te smal, de stationshal is overvol en overstappen tussen trein, metro, tram en bus verloopt stroef. “Om op korte termijn al verlichting te brengen, zijn de afgelopen jaren kleinere maatregelen uitgevoerd. Zo zijn smalle roltrappen vervangen door brede vaste trappen om de doorstroming te verbeteren en zijn sommige treinperrons al verbreed”, zegt Jeroen Monnik, bouwmanager op het project Vernieuwing station Amsterdam Zuid namens ProRail. De echte oplossing daarentegen ligt in de aanleg van een geheel nieuwe reizigerstunnel: de Brittenpassage, en daar wordt momenteel hard aan gewerkt.
De Brittenpassage vormt de eerste grote uitbreiding van station Amsterdam Zuid. “De passage wordt ten westen van de bestaande Minervapassage gerealiseerd en loopt onder alle vervoersstromen door: de Rijksweg A10 Zuid en de trein- en metrosporen”, legt Monnik uit. “Het bouwen van de passage is een enorme technische uitdaging. De dakdelen werden niet ter plaatse gebouwd, maar naast het spoor en vervolgens op hun plek geschoven. Tussen 2019 en 2024 zijn in totaal acht betonnen dakdelen op deze manier ingeschoven. Stuk voor stuk ingrijpende operaties die steeds minutieus moesten worden voorbereid.
We hebben daarvoor meerdere keren de Ring A10 aan de zuidkant volledig moeten afsluiten en weggraven, waardoor een intensieve afstemming met ProRail, Rijkswaterstaat, de gemeente Amsterdam en andere stakeholders noodzakelijk was.”
“Sinds 2024 liggen alle dakdelen op hun definitieve plek en zijn we eronder gestart met het uitgraven van het profiel van de passage”, vervolgt Monnik. “De keldervloeren zijn gestort, trappen en liftschachten zijn geplaatst en zelfs de eerste natuurstenen afwerkingen van de stijgpunten zijn zichtbaar. Ook de ruimte-indeling krijgt steeds meer vorm: er komen straks winkels en een inpandige fietsenstalling, die direct vanaf straatniveau bereikbaar is. Daarnaast zijn we ook ‘bovendeks’ al volop bezig. Op de perrons zijn nieuwe hoge en lichte perronkappen geplaatst die een indruk geven van de ruimtelijkheid die straks ontstaat. Het contrast met de oude kap bij de bestaande Minervapassage is nu al duidelijk.”
Zodra de Brittenpassage in 2027 in gebruik wordt genomen, kan de bestaande Minervapassage worden verbouwd. Deze ingreep is volgens Monnik minstens zo complex. “Anders dan bij de Brittenpassage is er geen ruimte om de dakdelen vooraf te bouwen en in te schuiven. De bestaande dekken moet worden gesloopt en groter worden teruggebouwd, terwijl slechts de helft van de treinsporen gelijktijdig en langdurig buiten dienst gaat.” Uiteindelijk krijgt de Minervapassage een vrije doorgang, een zogenoemde ‘interwijkverbinding’ waarmee de noord- en zuidzijde van de Zuidas ook voor voetgangers (nog) beter met elkaar verbonden worden. Al met al dus een behoorlijk complex project. Monnik gaat nog een stapje verder en zegt: “Het is één van de meest complexe projecten op dit moment in Nederland. Niet alleen vanwege de technische uitdagingen, maar vooral ook vanwege de locatie en omgeving: midden in de Zuidas, omringd door kantoren, hotels en woningen, met daarnaast de Ring A10, trein-, metro- en tramverkeer dat zoveel mogelijk moet blijven doorstromen.”
Als alles volgens planning verloopt, is station Amsterdam Zuid in 2031 geüpgraded tot een toekomstbestendig OV-knooppunt waar honderdduizenden reizigers straks sneller, comfortabeler en veiliger hun weg vinden.