Het ontgraven van de bouwkuipen voor de nieuwe A16 Rotterdam was een omvangrijke operatie vol complexe uitdagingen. Met in totaal 34 kuipen, waarvan sommige uiterst specialistisch met dicht op elkaar staande palen en stempels in combinatie met een beperkte werkruimte, vroeg het project om speciale technieken en een nauwkeurige planning. In opdracht van consortium De Groene Boog leverde Verboon Maasland ruim 2,5 jaar een bijdrage in het grootschalig én specialistisch grondverzet.
Ruim voor de start van het project werd Verboon Maasland al benaderd door Van Oord, medepartner in het consortium, om mee te denken over de ontgraving van de bouwkuipen. “Aanvankelijk werd gedacht aan de inzet van draadkranen voor het gehele project, maar al snel bleek dat dit technisch niet haalbaar was”, vertelt Sjors Kouwenhoven, uitvoerder bij Verboon Maasland. “De draadkranen zouden te veel druk op de damwanden uitoefenen en bovendien was de beschikbare ruimte in veel situaties krapper dan vooraf ingeschat. Uiteindelijk werden de ‘specials’ rondom De Rotte nog wel met draglines ontgraven, maar voor het grootste deel werd gekozen voor hydraulische kranen vanaf pontons.”

Met in totaal 34 bouwkuipen was er een flinke uitdaging: iedere kuip had zijn eigen specifieke eisen en aanpak. “Vooral de kuipen rondom De Rotte waren complex, met veel stempels en beperkte werkruimte”, blikt Kouwenhoven terug. “Hier werd de grond niet geknepen maar zorgvuldig weggespoten en opgezogen om schade aan palen en bodem te voorkomen. In alle andere kuipen hebben we deze techniek alleen rond de palen toegepast, het overgrote deel is ‘traditioneel’ met een knijper in den natte ontgraven.” De inzet van materieel varieerde sterk, met piekmomenten waarop drie draadkranen en twee rupskranen van Verboon Maasland tegelijkertijd werden ingezet. “We hebben daarnaast nog flink wat materieel moeten inhuren, omdat we parallel aan dit project ook op de A24 Blankenburgverbinding actief waren.”
Los van de technische uitdaging was volgens Kouwenhoven ook de planning behoorlijk uitdagend. “Er kwam veel duikwerk aan te pas, wat nogal eens uitliep terwijl de deadlines niet werden verschoven. Aan ons de taak om daar flexibel op in te spelen, en dat is ons ook wel toevertrouwd.” Verboon Maasland en Van Oord deelden materieel en werk, wat een prettige samenwerking opleverde en ook na afronding van het project leidde tot blijvende contacten en vervolgopdrachten. “We hebben hier ook waardevolle ervaringen opgedaan, die ook bij andere projecten van pas komen.”