De werkzaamheden aan het nieuwe station van Ede zijn in volle gang. De perrons worden overdekt met een unieke houten structuur van 23 driehoeken. Projectadviseur Dennis Reek van Ridder Skins for Buildings BV vertelt hoe het bedrijf daar een duurzame en aantrekkelijke bescherming op aanbracht.
“De opdrachtgever kwam naar ons toe voor de bekleding van een boeideel. Dat is de metalen afwerking van de dakrand. Al vrij vlot zagen we dat hier veel meer aan de hand was. In Nederland is het te nat om de houten balkenstructuur onbeschermd te laten. Daarom was er besloten om de overkapping aan de buitenzijde te bekleden, en daarna ook het stationsgebouw en de klokkentoren”, aldus Reek.
De materiaalkeuze voor de bekleding viel op zink. Omdat dit een kostbaar materiaal is, wil Ridder Skins for Building BV ervoor zorgen dat het zorgvuldig verwerkt wordt. Daarom is het bedrijf aangesloten bij de Zinkmeesters. “We zijn onderhand al meer dan 20 jaar onderdeel van deze mooie vereniging, die de kwaliteit van zink waarborgt en de verwerkingsrichtlijnen aanhoudt.” Voor EdesPoort wordt er Rheinzink gebruikt in de gepatineerde afwerking blue-grey. “Dat materiaal heeft een heel mooie fluweelzachte uitstraling. Daarnaast is het duurzaam en ecologisch verantwoord. Zo’n 30 procent bestaat uit hergebruikt materiaal. Bovendien heeft zink een superlange levensduur en je hebt er vrijwel geen onderhoud aan.”
Werken rondom een spoor, dat maar beperkte tijd dicht kan, bleek uitdagend. Veel werkzaamheden werden naast het spoor geprefabriceerd. “We hadden een team van tien mensen die in het weekend doorwerkten. Het was af en toe een uitdaging, maar het is glansrijk gelukt.” Ook de schaal bleek indrukwekkend. “Er is zo’n 30 ton zink verwerkt in het gebouw. Dat zijn serieuze hoeveelheden. Dat onze mensen zo’n groot project met zoveel vakmanschap voor elkaar krijgen, vind ik uniek. Er staat straks iets waar wij nog jarenlang langs rijden en kunnen denken ‘daar hebben wij aan meegeholpen’. Een prachtig product waar de Ridders hun steentje aan hebben kunnen bijdragen. Daar zijn we trots op!”