‘Het Element in Amersfoort is een uniek concept in het Industriekwartier’

Drie locaties van Het Element in Amersfoort komen samen in een gloednieuw schoolgebouw. HEVO verzorgde het advies en projectmanagement van dit onderwijsproject. “We zijn gestart met het opstellen van een Programma van Eisen. Hierin werden alle wensen en verwachtingen van de opdrachtgever geïnventariseerd, waarbij wij vanuit onze expertise ondersteunen. Vervolgens zijn we begonnen met de verdere ontwikkeling van het ontwerp zodat het kon overgaan tot realisatie”, aldus Iris Jansen, projectmanager bij HEVO.

“Het Element is een risicodragend project voor HEVO, wat goed bij ons DNA past. Risicodragend projectmanagement geeft opdrachtgevers namelijk zekerheid op prijs, planning en kwaliteit van het project gecombineerd met een grote invloed op het proces. De onderwijskundige visie van clubhuizen is mooi ingepast in dit gebouw, om zo bij te dragen aan praktijkgericht onderwijs: een uniek concept in Nederland.”

Vakmanschap

In Het Element komen zeven clubhuizen en een taalcentrum. Zo zijn er onder andere clubhuizen van de sector techniek, zorg & welzijn en horeca & bakkerij. “Ieder clubhuis heeft zijn eigen vakmanschap en wordt voorzien van alles wat bij dat vakmanschap past. Zo krijgt het clubhuis techniek een techniekhal waar leerlingen met autobruggen en houtbewerking aan de slag kunnen. Boven deze werkplaats zijn de theorielokalen waar ze meer over het vak leren.” Per clubhuis is er een leerplein, een praktijkruimte en zijn er leslokalen. Ook de ruimten voor de Algemeen Vormend Onderwijsvakken liggen binnen het eigen clubhuis. Hierdoor sluiten deze vakken zowel ruimtelijk als onderwijskundig naadloos op elkaar aan. Het gebouw heeft een groot atrium als centrale hal met diverse niveaus en verbindingen naar de trappenhuizen. In de algemene ruimten worden terrassen gerealiseerd, zodat leerlingen in clubjes apart kunnen zitten.

Het type onderwijs vraagt om veel praktijkruimten, deze ga je zichtbaar terugzien in de gevel. Tijdens het ontwerpproces is er veel aandacht geweest voor het gebruik van de ruimten. Zo zijn er vele werksessies geweest waarin er een volledige inventarisatie is geweest voor de gehele inrichting die er moet komen. Denk daarbij aan hefbruggen, machines voor houtbewerking, kappersstoelen en een volledig restaurant met een professionele keuken. Uiteindelijk moet dit allemaal een plek krijgen in het gebouw en moet dit afgestemd zijn met de uitvoerende partijen. Aan dergelijke processen draagt HEVO graag bij.

Alles in overleg

Nadat de locatie van de nieuwe school was vastgesteld, was het tijd om een team van adviseurs op te stellen. “We hebben veel tijd gestoken in het vinden van de juiste architect voor deze opdracht. Naast het organiseren van een dialoogronde en visiepresentatie heeft HEVO de keuze gemaakt om ook workshops te organiseren met de twee overgebleven architectenbureaus. Op die manier ontstond er een goede interactie tussen de school en de architect en hebben de gebruikers een goede keuze kunnen maken.” De Zwarte Hond is toen geselecteerd als architect voor deze nieuwe school.

“Tijdens de ontwerpfase hebben we de gebruikers continu meegenomen in het proces. Waar moet alles komen? En wat worden de afwerkingen? Ook houden we rekening met de tijd, het budget en de kwaliteit. Gaat het nog allemaal volgens plan? Ook dat hoort bij het zorgvuldig begeleiden van een project.” Het duurzame gebouw is Bijna Energie Neutraal (BENG) en voldoet aan de duurzaamheids- en gezondheidsrichtlijnen van de overheid, inclusief de COVID-19-richtlijnen. “Zo is het gebouw onder andere voorzien van zonnepanelen om zo energie terug te winnen”, legt Jansen uit. Qua design past het gebouw perfect tussen alle industriële panden eromheen. “Er wordt gebruik gemaakt van robuuste materialen die de industriële sferen versterken. Ook wordt er een daktuin geplaatst waar de leerlingen met moestuinbakken aan de slag kunnen. Stuk voor stuk kleine toevoegingen die het samen tot een uniek geheel maken. Met de komst van dit schoolgebouw komt de omgeving en daarbij het Industriekwartier tot leven.”