‘Besteed ook na de oplevering aandacht aan brandpreventie’

Inspectie en controle

“Inspectie van brandveiligheid mag geen ondergeschoven kindje zijn”, waarschuwt directeur en eigenaar Jeroen Tempels van WIHA Brandpreventie. “Als wijzigingen aan een gebouw via ons logboeksysteem worden doorgegeven, kunnen wij controleren of het nog even veilig is als bij oplevering.”

WIHA Brandpreventie biedt een breed scala aan bouwkundige en passieve brandpreventie. “Wij maken gebouwen veilig, zodat mensen  in geval van brand veilig kunnen vluchten en zodat slechts één compartiment uitbrandt en niet het hele pand”, vertelt Tempels. “Kortom: wij redden levens en beperken schade.”

Na de oplevering

Hij vervolgt: “Wij zorgen ervoor dat veel gebouwen in Nederland brandveilig zijn. Maar het is belangrijk om te benadrukken dat brandpreventie ook ná de oplevering aandacht behoeft. Tijdens het gebruik veranderen gebouwen: denk aan kleine verbouwingen en aanpassingen van wifi-netwerken, stroomvoorzieningen en elektra. Daarbij worden soms brandwerende voorzieningen weggehaald of maakt men een gat in een brandscheidende wand. Het gebouw heeft dan niet meer de brandveiligheid die het had bij oplevering.”

Logboek

Bij elke aanpassing moet daarom geïnspecteerd worden of het gebouw nog brandveilig is. Daarvoor heeft WIHA een logboeksysteem. Tempels: “Wij maken van elk project een logboek met bouwkundige plattegronden en foto’s. Daarin staat vermeld wat we gedaan hebben, hoeveel minuten brandwerend de doorvoering is en welke materialen gebruikt zijn, met daarbij links naar testrapporten en certificaten van die materialen. Daarmee weet de eigenaar van het gebouw precies wat de situatie is. Bij elke verandering kan hij in het logboek een bericht plaatsen. Wij kunnen dan komen controleren of de brandveiligheid nog in orde is en gebreken meteen herstellen. Maar dat doen lang niet alle gebouweigenaren.”

Verantwoordelijk

Volgens het Bouwbesluit is de eigenaar of gebruiker van het gebouw verantwoordelijk voor de veiligheid. Hij moet adequaat onderhoud en inspecties laten uitvoeren. Tempels: “Maar ‘adequaat’ is daarbij niet omschreven: is dat twee keer per jaar of eens in de vijf jaar? Wat verstandig is, ligt aan de functie het gebouw. Een dynamische omgeving zoals een productiebedrijf waar constant machines worden aangepast of verplaatst, heeft vaker controles nodig dan bijvoorbeeld een opslagruimte waar weinig verandert. De eigenaar moet zelf bepalen hoe vaak hij inspecties nodig vindt. Lastig daarbij is dat ons werk vaak achter plafonds zit of anderszins weggewerkt is uit het zicht. En dan geldt: uit het oog, uit het hart. Brandpreventie is bij velen een ondergeschoven kindje. Gelukkig zijn er eigenaren die alles één of twee keer per jaar laten controleren, maar er zijn ook panden waar wij na oplevering nooit meer komen. Wij willen zeggen tegen alle gebouweigenaren: denk aan je zorgplicht en realiseer je dat je verantwoordelijk bent voor de mensen in je gebouw. Je kunt het zo eenvoudig goed regelen.”